ECLI:NL:CRVB:2007:BA8263
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van de berekening van het buitengewoon weduwepensioen afgewezen
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen het besluit van de Raadskamer WBP van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 14 augustus 2006 is genomen. Dit besluit betreft de herziening van de berekening van het buitengewoon weduwepensioen, dat aan appellante is toegekend na het overlijden van haar echtgenoot, die een buitengewoon pensioen ontving op basis van een invaliditeitspercentage van 20% vanwege verzetsgerelateerde invaliditeit. Appellante heeft aangevoerd dat er nieuwe feiten zijn die de herziening van het invaliditeitspercentage rechtvaardigen, met name psychische belasting die zij heeft ervaren tijdens de aanvraagprocedure.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 juni 2007 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 10 mei 2007 was appellante niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door H.A.L. Knoben. De Raad heeft overwogen dat appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. De Raad benadrukt dat de bevoegdheid tot herziening discretionair is en dat er geen aanleiding is om terug te komen op het eerdere besluit van verweerster. De Raad heeft vastgesteld dat de eerdere besluiten in rechte onaantastbaar zijn geworden, omdat daartegen geen rechtsmiddelen zijn aangewend.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het beroep ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door de voorzitter A. Beuker-Tilstra en de leden G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen.