ECLI:NL:CRVB:2007:BA8249
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.G. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering van een periodieke WUV-uitkering en de beoordeling van causaal verband tussen klachten en vervolging
In deze zaak heeft appellant beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 4 augustus 2006 is genomen. Dit besluit betreft de weigering van een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV). Appellant, geboren in 1932, had in januari 2005 een aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering en voorzieningen. In een eerder besluit van 23 december 2005 werd appellant erkend als vervolgde, maar werd de periodieke uitkering geweigerd omdat zijn psychische klachten niet zouden leiden tot verminderd functioneren ten opzichte van leeftijdgenoten. Het bestreden besluit verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond en weigerde ook een voorziening voor sociaal vervoer, omdat deze niet medisch noodzakelijk werd geacht.
Tijdens de zitting op 3 mei 2007 heeft de advocaat van appellant, mr. J.C.M. van Berkel, aangevoerd dat het medisch onderzoek dat ten grondslag ligt aan het bestreden besluit onvoldoende betrouwbaar is. Er werd betoogd dat de psychische klachten van appellant, die voortvloeien uit de vervolging, niet goed zijn onderzocht en dat de fysieke klachten mogelijk psychosomatisch zijn. Verweerster, vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen, heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de weigering van de voorziening voor sociaal vervoer een primair besluit betreft en dat er eerst bezwaar gemaakt moet worden voordat beroep kan worden ingesteld. De Raad concludeert dat de klachten van appellant, waaronder psychotische verschijnselen en cognitieve achteruitgang, niet in verband staan met de vervolging. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om de omgekeerde bewijslast toe te passen en verklaart het beroep van appellant ongegrond. De uitspraak is gedaan op 14 juni 2007.