ECLI:NL:CRVB:2007:BA7748
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens onjuiste informatie over woonsituatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 28 juni 2006, waarin het beroep van appellant tegen het besluit op bezwaar van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage ongegrond werd verklaard. Het College had op 19 mei 2005 de aanvraag om bijstand van appellant afgewezen, omdat appellant onjuiste of ontoereikende informatie had verschaft over zijn woonsituatie. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 6 juni 2007 behandeld.
Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M. Verbraaken-Vooys, heeft in hoger beroep de gronden herhaald die in eerste aanleg zijn aangevoerd. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en voegde hieraan toe dat appellant niet had verklaard waarom hij geen poging had ondernomen om een sleutel van de woning op te halen, ondanks dat hem was medegedeeld dat er een huisbezoek zou plaatsvinden.
De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvraag om bijstand terecht was, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld door de onjuiste informatie van appellant. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en vond plaats in het openbaar op 6 juni 2007.