ECLI:NL:CRVB:2007:BA7358
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- H. Bolt
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en terugvordering op basis van inkomsten uit zwart werk
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van betrokkene, die een arbeidsongeschiktheid van 80-100% ontving. De Centrale Raad van Beroep oordeelt over het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de herziening van de uitkering op basis van 'zwart' werk niet terecht was. De Raad stelt vast dat betrokkene in de periode van 21 september 1992 tot en met 13 september 2002 werkzaamheden heeft verricht en inkomsten heeft genoten naast zijn WAO-uitkering. Betrokkene had deze werkzaamheden niet gemeld uit angst voor gevolgen voor zijn uitkering. Het UWV had de uitkering herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55-65% en teruggevorderd wat teveel was betaald. De Raad oordeelt dat de rechtbank de herziening en terugvordering niet in stand kan laten, omdat de motivering van het UWV onvoldoende is. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, en bepaalt dat het UWV een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak.