ECLI:NL:CRVB:2007:BA6719
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- B.J. van der Net
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderbijslag en onderhoudsbijdragen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, de moeder van twee kinderen, tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De kinderen wonen sinds september 2000 bij hun vader in Portugal, maar appellante ontving tot eind 2003 kinderbijslag voor hen. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft appellante in 2004 laten weten dat zij geen recht meer had op deze kinderbijslag, omdat zij niet aantoonbaar in het onderhoud van de kinderen had voorzien. Appellante stelde dat zij maandelijks een bedrag naar haar ex-partner in Portugal overmaakte voor de kinderen, maar kon geen bewijs van deze betalingen overleggen. De Svb kondigde een terugvordering van ontvangen kinderbijslag aan, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk hoger beroep.
Tijdens de zitting op 26 april 2007 was appellante niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. G.J. Oudenes. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd van haar onderhoudsbijdragen. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante niet op een eenvoudig te controleren wijze had aangetoond dat zij de vereiste onderhoudsbijdragen had betaald. Het argument van appellante dat zij door ziekte niet in staat was om de betalingen zelf te verrichten, werd verworpen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De Centrale Raad van Beroep benadrukte dat appellante geen bijzondere feiten of omstandigheden had aangevoerd die een afwijking van het beleid van de Svb zouden rechtvaardigen. De uitspraak werd gedaan op 31 mei 2007, waarbij de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigde en geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling.