ECLI:NL:CRVB:2007:BA5793

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05-6772 MPW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van een militair invaliditeitspensioen na hoger beroep

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 3 oktober 2005, waarin werd beslist dat de appellant niet in aanmerking komt voor een militair invaliditeitspensioen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 mei 2007 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 05/6772 MPW. Tijdens de zitting op 12 april 2007 was de appellant niet aanwezig, maar de staatssecretaris van Defensie werd vertegenwoordigd door P.J.H. Souren van de Stichting Pensioenfonds ABP.

De Raad heeft de feiten en omstandigheden die door de rechtbank zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen voor zijn oordeelsvorming. De centrale vraag was of de beslissing van de staatssecretaris om de appellant geen recht op een militair invaliditeitspensioen te verlenen terecht was. De Raad heeft, net als de rechtbank, deze vraag bevestigend beantwoord en de overwegingen van de rechtbank onderschreven.

De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om proceskosten te vergoeden op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, met W.M. Szabo als griffier. De Raad merkte op dat er in hoger beroep geen nieuwe grieven waren aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, en dat een grief over het niet gehoord worden in bezwaar niet meer in de beoordeling kon worden betrokken.

Uitspraak

05/6772 MPW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 3 oktober 2005, nr. 04/3517 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Staatssecretaris van Defensie (hierna: staatssecretaris)
Datum uitspraak:16 mei 2007
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant is hoger beroep ingesteld
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 april 2007. Appellant is daar, met kennisgeving, niet verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door P.J.H. Souren, werkzaam bij de Stichting Pensioenfonds ABP.
II. OVERWEGINGEN
De Raad gaat voor zijn oordeelsvorming uit van de feiten en omstandigheden die de rechtbank bij de aangevallen uitspraak als vaststaande heeft aangenomen.
Ook in hoger beroep staat ten gronde ter beoordeling de vraag of namens gedaagde terecht is beslist dat appellant niet in aanmerking komt voor een militair invaliditeitspensioen.
Evenals de rechtbank beantwoordt de Raad die vraag bevestigend. De Raad onderschrijft de daartoe door de rechtbank bij de aangevallen uitspraak gegeven overwegingen en maakt deze tot de zijne.
Namens appellant zijn in hoger beroep geen grieven aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
Hierbij merkt de Raad in het bijzonder nog op dat de namens appellant eerst in hoger beroep aangevoerde grief, dat appellant in bezwaar ten onrechte niet is gehoord, uit oogpunt van een goede procesorde niet meer in de beoordeling kan worden betrokken.
Uit het vorenstaande volgt dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake een proceskostenveroordeling in hoger beroep
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van W.M. Szabo als griffier, uitgesproken in het openbaar op 16 mei 2007.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) W.M. Szabo.