ECLI:NL:CRVB:2007:BA5793
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering van een militair invaliditeitspensioen na hoger beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 3 oktober 2005, waarin werd beslist dat de appellant niet in aanmerking komt voor een militair invaliditeitspensioen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 mei 2007 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 05/6772 MPW. Tijdens de zitting op 12 april 2007 was de appellant niet aanwezig, maar de staatssecretaris van Defensie werd vertegenwoordigd door P.J.H. Souren van de Stichting Pensioenfonds ABP.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden die door de rechtbank zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen voor zijn oordeelsvorming. De centrale vraag was of de beslissing van de staatssecretaris om de appellant geen recht op een militair invaliditeitspensioen te verlenen terecht was. De Raad heeft, net als de rechtbank, deze vraag bevestigend beantwoord en de overwegingen van de rechtbank onderschreven.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om proceskosten te vergoeden op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, met W.M. Szabo als griffier. De Raad merkte op dat er in hoger beroep geen nieuwe grieven waren aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, en dat een grief over het niet gehoord worden in bezwaar niet meer in de beoordeling kon worden betrokken.