ECLI:NL:CRVB:2007:BA5585
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting en gezamenlijke huishouding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin de intrekking van zijn bijstandsuitkering werd bevestigd. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor alleenstaanden. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen heeft op 24 juni 2005 besloten de bijstandsverlening van appellant met terugwerkende kracht in te trekken, omdat hij zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij samenwoonde met Van [K.]. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 8 mei 2007 behandeld. De Raad oordeelt dat er voldoende bewijs is dat appellant en Van [K.] een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd, wat blijkt uit hun financiële verstrengeling en gezamenlijke verantwoordelijkheden. De Raad wijst erop dat de beoordeling van een gezamenlijke huishouding niet alleen afhangt van subjectieve motieven, maar ook van objectieve criteria zoals gezamenlijke huisvesting en wederzijdse verzorging. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat appellant niet meer als zelfstandig subject van bijstandsverlening kan worden beschouwd gedurende de periode van 3 augustus 2004 tot en met 24 juli 2005.
De Raad concludeert dat het College terecht de bijstand heeft ingetrokken en dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er zijn geen gronden voor proceskostenveroordeling.