ECLI:NL:CRVB:2007:BA5253
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering vergoeding kosten van ambulancevervoer in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij de vergoeding van kosten voor ambulancevervoer werd geweigerd. De uitspraak dateert van 3 mei 2007 en betreft de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Appellante, geboren in 1938, is een vervolgde en uitkeringsgerechtigde. De verweerster heeft erkend dat er een verband bestaat tussen de psychische klachten en de vervolging, maar heeft dit niet aanvaard voor andere medische aandoeningen, waaronder klachten na operaties en gehoorklachten.
Appellante had op 26 februari 2005 vergoeding gevraagd voor gemaakte onkosten, waaronder € 434,80 voor ambulancevervoer. Verweerster weigerde deze vergoeding, omdat appellante niet had aangetoond waarom het ambulancevervoer noodzakelijk was. Tijdens de zitting op 22 maart 2007 werd echter duidelijk dat het vervoer per ambulance noodzakelijk was na een CVA dat appellante had doorgemaakt op 7 januari 2005. Verweerster stelde echter dat er geen verband was tussen dit CVA en de vervolging, waardoor de kosten niet vergoed konden worden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de opvatting van verweerster onderschreven en geconcludeerd dat de kosten van ambulancevervoer niet in verband staan met de uit de vervolging voortvloeiende ziekten of gebreken. De Raad heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van eerdere uitspraken en heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden, in aanwezigheid van griffier W.M. Szabo.