ECLI:NL:CRVB:2007:BA2183
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor vergoeding van auto door oorlogsgetroffene
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2007 uitspraak gedaan in het geding tussen een appellant, geboren in 1939 en erkend als vervolgde en uitkeringsgerechtigde, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant had een aanvraag ingediend voor vergoeding van de aanschafkosten van een auto, welke aanvraag door de verweerster op beleidsmatige gronden was afgewezen. De verweerster stelde dat er geen medische noodzaak was voor de gevraagde voorziening, omdat de appellant in staat was om gebruik te maken van het openbaar vervoer.
De Raad had eerder, in een uitspraak van 24 november 2005, het besluit van de verweerster vernietigd, omdat deze niet met de nodige zorgvuldigheid had gehandeld. De verweerster was opgedragen om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de twijfels over de medische gegevens. In het thans bestreden besluit heeft de verweerster opnieuw de aanvraag afgewezen, met als argument dat de appellant gebruik kan maken van een taxi en bepaalde vormen van openbaar vervoer. Dit standpunt was in overeenstemming met het advies van de geneeskundig adviseur A.M. Ohlenschlager, gebaseerd op een rapport van psychiater H.S.R. Witte.
De appellant heeft in beroep betoogd dat hij geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer en dat de geneeskundig adviseur niet de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht door nadere vragen te stellen aan de psychiater na ontvangst van diens rapport. De Raad oordeelde echter dat de verweerster op juiste wijze uitvoering had gegeven aan de eerdere uitspraak en dat het stellen van nadere vragen aan de psychiater gerechtvaardigd was om tot een zorgvuldig oordeel te komen. De Raad verklaarde het beroep van de appellant ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten.