ECLI:NL:CRVB:2007:BA1788
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.Th. Wolleswinkel
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigde betaling aan gewezen ambtenaar en de rechtsverhouding tussen betrokkene en appellant
In deze zaak gaat het om de terugvordering van onverschuldigde betalingen van wachtgeld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam aan een gewezen ambtenaar, betrokkene. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 maart 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van appellant vernietigd, omdat betrokkene niet debet was aan de onverschuldigde betalingen. Appellant had in 2003 een bedrag van € 86.672,63 teruggevorderd, maar de rechtbank oordeelde dat betrokkene niet actief had bijgedragen aan de onterechte betalingen. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en stelde dat de terugvordering slechts mogelijk was over een periode van twee jaar, in plaats van de vijf jaar die appellant had aangevoerd. De Raad oordeelde dat de rechtsverhouding tussen betrokkene en appellant publiek-rechtelijk van aard was en dat de beslissing tot terugvordering als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moest worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij appellant werd veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.