ECLI:NL:CRVB:2007:BA1046

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/3490 MPW + 06/3491 MPW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van militaire toeslag ingevolge de regeling voor pensioenen in Suriname en de Nederlandse Antillen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant uit Curaçao tegen de uitspraak van de militaire ambtenarenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft de weigering van een toeslag op basis van de Militaire toeslagregeling pensioenen voor Suriname en de Nederlandse Antillen. De appellant had hoger beroep ingesteld omdat hij van mening was dat hij recht had op deze toeslag, maar de Raad oordeelde dat hij niet voldeed aan de voorwaarden die in de regeling zijn gesteld. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet kan worden aangemerkt als militair die zijn diensttijd onafgebroken in de Nederlandse Antillen heeft doorgebracht, zoals vereist in artikel 1 van de Regeling. De Raad verwees naar eerdere rechtspraak, waaronder een uitspraak van 8 februari 1990, om zijn beslissing te onderbouwen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om de beslissing van de staatssecretaris te herzien. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier W.M. Szabo.

Uitspraak

06/3490 MPW
06/3491 MPW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] te Curaçao (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de militaire ambtenarenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 april 2006, nrs. AWB 05/731 en 05/1671 MPWKMA (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Staatssecretaris van Defensie (hierna: staatssecretaris)
Datum uitspraak: 15 maart 2007
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Namens de staatssecretaris is door de Stichting Pensioenfonds ABP, belast met de uitvoering van na te noemen regeling, een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2007. Appellant is daar niet verschenen. De staatssecretaris heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door P.J. Consten, werkzaam bij de Stichting Pensioenfonds ABP.
II. OVERWEGINGEN
De Raad gaat voor zijn oordeelsvorming uit van de feiten en omstandigheden die de rechtbank bij de aangevallen uitspraak als vaststaand heeft aangenomen.
Ook in hoger beroep staat ter beoordeling de vraag of namens gedaagde terecht is beslist dat appellant niet in aanmerking komt voor een toeslag ingevolge de Militaire toeslagregeling pensioenen Suriname en de Nederlandse Antillen (hierna: de Regeling).
Evenals de rechtbank beantwoordt de Raad die vraag bevestigend.
Daartoe acht de Raad - onder verwijzing naar zijn eerdere rechtspraak op dit punt, onder meer de uitspraak van 8 februari 1990, nr. AMP 1987/51 - beslissend dat appellant niet kan worden aangemerkt als militair die de bestemming had doorlopend dienst te doen uitsluitend in Suriname of de Nederlandse Antillen als bedoeld in artikel 1 van de Regeling. Als zodanige militair kan in een geval als dit alleen worden beschouwd de militair die zijn diensttijd onafgebroken geheel of nagenoeg geheel heeft doorgebracht in de Nederlandse Antillen. Vaststaat dat appellant aan deze eis niet voldoet.
Hetgeen in hoger beroep is aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.
Uit het vorenstaande volgt dat de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, dient te worden bevestigd.
De Raad acht, gezien het vorenstaande, geen termen aanwezig om toepassing te geven aan de artikelen 8:73 en 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van W.M. Szabo als griffier, uitgesproken in het openbaar op 15 maart 2007.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) W.M. Szabo.