ECLI:NL:CRVB:2007:BA1043
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering van toeslag op basis van de Militaire toeslagregeling pensioenen voor diensttijd in Suriname en de Nederlandse Antillen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant uit Curaçao tegen de uitspraak van de militaire ambtenarenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 april 2006. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de staatssecretaris van Defensie, die had geoordeeld dat hij niet in aanmerking kwam voor een toeslag ingevolge de Militaire toeslagregeling pensioenen Suriname en de Nederlandse Antillen. De Raad heeft vastgesteld dat de feiten en omstandigheden die de rechtbank in de eerdere uitspraak als vaststaand had aangenomen, ook in hoger beroep van toepassing zijn. De centrale vraag was of de appellant kon worden aangemerkt als militair die zijn diensttijd onafgebroken in de Nederlandse Antillen had doorgebracht, zoals vereist door de Regeling. De Raad concludeerde dat de appellant niet voldeed aan deze eis, aangezien hij niet kon aantonen dat hij zijn diensttijd geheel of nagenoeg geheel in de Nederlandse Antillen had doorgebracht. De Raad bevestigde daarom de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden, in tegenwoordigheid van griffier W.M. Szabo. De zitting vond plaats op 1 februari 2007, waarbij de appellant niet aanwezig was, maar de staatssecretaris vertegenwoordigd werd door P.J. Consten van de Stichting Pensioenfonds ABP.