ECLI:NL:CRVB:2007:BA0843
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- L.H. Waller
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering en hoogte aflossingsbedrag
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een bijstandsuitkering door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (hierna: appellant) van betrokkene. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 maart 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank van Rotterdam. De zaak betreft de hoogte van het aflossingsbedrag dat betrokkene maandelijks moet betalen wegens teveel ontvangen bijstand. Appellant had bij besluit van 23 juni 2006 het aflossingsbedrag vastgesteld op € 150,-- per maand voor de periode van 1 april 2006 tot 1 april 2007 en op € 250,-- per maand vanaf 1 april 2007. Betrokkene had bezwaar gemaakt tegen deze hoogte van het aflossingsbedrag, wat gedeeltelijk gegrond werd verklaard door de rechtbank.
De Raad heeft vastgesteld dat de berekening van het aflossingsbedrag per 1 februari 2005 correct was uitgevoerd. De Raad oordeelde dat het verschil tussen het oude en nieuwe aflossingsbedrag geen bijzondere omstandigheid vormde die aanleiding gaf tot een andere beslissing. Betrokkene had redelijkerwijs kunnen weten dat hij met hogere inkomsten meer zou moeten aflossen. De Raad merkte op dat de vordering van appellant een bevoorrechte vordering is, wat betekent dat deze voorrang heeft boven andere vorderingen.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak voor zover deze was aangevochten en verklaarde het beroep van betrokkene tegen het besluit van 1 juni 2005 ongegrond. Tevens werd het besluit van 23 juni 2006 vernietigd, omdat de grondslag hiervoor was komen te vervallen. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.