ECLI:NL:CRVB:2007:AZ8570
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- G.H.J. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over korting op WAZ-uitkering en fiscale bijtelling auto
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, een directeur-grootaandeelhouder van een besloten vennootschap, tegen een uitspraak van de rechtbank Breda. Appellant ontving sinds 13 juli 2001 een WAZ-uitkering, die aanvankelijk was vastgesteld op 65-80% arbeidsongeschiktheid. Echter, bij besluit van 28 januari 2004 heeft het Uwv medegedeeld dat zijn uitkering vanaf 1 januari 2002 wordt uitbetaald alsof hij 55-65% arbeidsongeschikt is. Dit besluit werd door de rechtbank ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging.
Appellant voerde aan dat de belastingdienst akkoord was gegaan met zijn aangegeven negatieve loon over 2002 en dat zijn medische beperkingen hem verhinderden om de auto van de zaak te gebruiken. De Raad overweegt dat appellant de bijtelling voor de auto van de zaak fiscaal heeft aangegeven en dat er geen afwijkingen zijn geweest bij de aanslagregeling. De Raad concludeert dat appellant het voordeel van het privé-gebruik van de auto heeft genoten en dat zijn stelling dat hij dit voordeel op medische gronden niet genoot, niet onderbouwd is.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat er geen termen zijn om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan op 8 februari 2007 door de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter R.C. Schoemaker en de leden G. van der Wiel en G.H.J. Doornewaard betrokken waren. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier D. Olthof.