ECLI:NL:CRVB:2007:AZ7047
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- R.L. Rijnen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand in de kosten van rechtsbijstand
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 23 november 2005, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest werd gegrond verklaard. Appellante had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de kosten van rechtsbijstand, maar het College had deze aanvraag afgewezen. De rechtbank oordeelde dat appellante geen materieel belang had bij de zaak, wat leidde tot de vernietiging van het bestreden besluit, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand hield.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de advocaat van appellante, mr. I.J. Pieters, had aangegeven de declaratie niet te zullen incasseren. Hierdoor was er geen sprake van kosten die ten laste van appellante kwamen, wat betekent dat niet werd voldaan aan de voorwaarden voor bijzondere bijstand volgens artikel 39, eerste lid, van de Algemene bijstandswet (Abw). De Raad concludeert dat de rechtbank de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit terecht in stand heeft gelaten, hoewel op niet geheel juiste gronden.
De Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten in hoger beroep uit te spreken. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover deze is aangevochten, en biedt appellante de mogelijkheid om opnieuw een aanvraag voor bijzondere bijstand in te dienen indien de advocaat alsnog besluit tot incasso over te gaan.