ECLI:NL:CRVB:2006:AZ6042
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- R.C. Schoemaker
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake correctie-nota's en premiecorrecties in het socialezekerheidsrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat correctie-nota's heeft opgelegd over de jaren 1999 en 2000. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J.M.H. Römkens, heeft bezwaar gemaakt tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaren door het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 december 2006 uitspraak gedaan na een zitting op 12 oktober 2006, waar zowel appellant als het Uwv vertegenwoordigd waren.
De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep zich richtte tegen de premiecorrecties die door de rechtbank Breda zijn beoordeeld. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen een naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen gegrond verklaard, maar de Raad oordeelt dat de correcties over 1999 en 2000 feitelijke grondslag missen. De Raad concludeert dat het Uwv zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de betalingen aan niet bij het Uwv aangemelde werknemers als niet verantwoord premieloon moeten worden aangemerkt.
De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep van appellant gegrond. Het Uwv moet een nieuw besluit op bezwaar nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.288,--. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het vaststellen van premielonen en de rol van schattingen in het proces.