ECLI:NL:CRVB:2006:AZ3684
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.L.M.J. Stevens
- C.G. Kasdorp
- W.D.M. van Diepenbeek
- Rechtspraak.nl
Weigering van terugwerkende kracht bij WUBO-voorzieningen en causaliteitseisen voor medische kosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2006 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant, een burger-oorlogsslachtoffer, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster, waarin zijn verzoek om vergoeding van niet gedekte medische kosten en andere voorzieningen werd afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet aanwezig was op de zitting, maar dat verweerster zich liet vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel.
De kern van het geschil betreft de ingangsdatum van de vergoeding voor medische kosten en de causaliteitseis die verweerster hanteert. Appellant betoogde dat zijn huidige medische problemen gerelateerd zijn aan ondervoeding tijdens de oorlog en dat er ten onrechte geen medisch onderzoek heeft plaatsgevonden. De Raad oordeelde dat de hart- en longklachten, rugklachten en hypertensie van appellant eerder al niet in causaal verband zijn gebracht met de oorlogsgebeurtenissen, en dat verweerster op basis van artikel 61 van de Wet bevoegd is om besluiten te herzien, mits nieuwe gegevens worden overlegd.
De Raad concludeerde dat er geen nieuwe gegevens waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. Ook de ingangsdatum van de vergoeding voor niet gedekte medische kosten werd besproken. De Raad oordeelde dat de causaliteitseis niet was vervallen en dat verweerster terecht had geweigerd om de vergoeding met terugwerkende kracht toe te kennen. De Raad wees erop dat onbekendheid met de regeling niet voldoende reden is om een aanvraag met terugwerkende kracht toe te kennen. De Raad verklaarde het beroep van appellant ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerster.