ECLI:NL:CRVB:2006:AZ3008
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- A.H. Polderman-Eelderink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig indienen beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, dat eerder niet-ontvankelijk was verklaard. De uitspraak van 4 juli 2006, waartegen appellant verzet had aangetekend, was gebaseerd op het feit dat de beroepsgronden niet binnen de gestelde termijn van vier weken waren ingediend. Appellant was niet verschenen op de zitting van 24 oktober 2006, waar het College vertegenwoordigd was door de heer P.C. Caron.
De Raad overwoog dat de beroepsgronden uiterlijk op 6 juni 2006 ingediend hadden moeten worden, maar dat dit niet was gebeurd zonder geldige reden. De Raad benadrukte dat in hoger beroep de belanghebbende expliciet moet aangeven waarom hij het niet eens is met de eerdere uitspraak. De enkele verwijzing naar eerdere argumenten werd als onvoldoende beschouwd, vooral omdat appellant ook in de eerdere procedure niet was verschenen.
Gelet op deze overwegingen verklaarde de Raad het verzet ongegrond en zag hij geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door R.H.M. Roelofs, met A.H. Polderman-Eelderink als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.