ECLI:NL:CRVB:2006:AZ2467
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake APPA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2006 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 5 januari 2006. Verzoeker had het verzoek ingediend naar aanleiding van een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop, dat op 25 november 2003 was genomen. Dit besluit betrof de nadere vaststelling van verzoekers uitkering op grond van de Algemene wet politieke ambtsdragers (APPA) per 19 april 2002. De Raad had in de eerdere uitspraak het beroep van verzoeker gegrond verklaard en het besluit van het College vernietigd, met de opdracht om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
In het verzoek om herziening stelde verzoeker dat de eerdere uitspraak onvolkomenheden en tegenstrijdigheden bevatte. Hij betoogde dat de Raad ten onrechte had bepaald dat een eenmalige uitkering van f 80.000,- voor verrekening in aanmerking kwam, terwijl dit bedrag bij het bestreden besluit buiten de verrekening was gehouden. Ook werd aangevoerd dat de door de voormalig werkgever betaalde pensioenpremie ten onrechte als inkomsten uit arbeid was aangemerkt. Het College reageerde gemotiveerd op deze grieven en gaf aan dat verzoeker nog niet alle benodigde informatie had verstrekt voor de uitvoering van de eerdere uitspraak.
De Raad oordeelde dat het verzoek om herziening niet kon worden toegewezen, omdat de aangevoerde grieven geen nieuwe feiten of omstandigheden betroffen die aanleiding gaven tot herziening. De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten die niet eerder bekend waren. Gezien deze overwegingen werd het verzoek om herziening afgewezen en werd er geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter.