ECLI:NL:CRVB:2006:AZ1097
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Weigering IOAW-uitkering op basis van Britse invalidity benefit en coördinatieproblematiek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 oktober 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een IOAW-uitkering had aangevraagd. De appellant, geboren op 10 maart 1943, had in Groot-Brittannië gewoond en daar verschillende uitkeringen ontvangen, waaronder een Britse invalidity benefit. Na een hartinfarct in 1988 keerde hij terug naar Nederland, maar zijn Britse uitkering werd geblokkeerd omdat hij niet had gereageerd op een vereiste vragenlijst. De appellant verzocht in 2003 om een IOAW-uitkering, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet wees deze aanvraag af, omdat hij niet als werkloze werknemer kon worden aangemerkt volgens de IOAW. De rechtbank bevestigde deze afwijzing, waarop de appellant in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de IOAW, omdat hij geen uitkering ontving op het moment van zijn aanvraag. De Raad stelde vast dat de appellant geen recht had op een IOAW-uitkering, omdat hij niet als werkloze werknemer kon worden aangemerkt. De Raad ging niet in op de rechtmatigheid van de blokkering van de Britse uitkering, aangezien dit buiten de reikwijdte van de IOAW viel. De Raad concludeerde dat de eerdere uitspraak van de rechtbank terecht was en bevestigde deze. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om de kosten van de procedure te vergoeden.