ECLI:NL:CRVB:2006:AZ0781

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/798 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Th.C. van Sloten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen ongegrondverklaring bezwaarschrift inzake terugvordering bijstands kosten

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 december 2005, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum ongegrond werd verklaard. Het College had op 27 oktober 2003 besloten om de over de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 juli 2003 gemaakte kosten van bijstand van appellant terug te vorderen. Appellant had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 30 november 2004 door het College niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift na de daarvoor geldende termijn was ingediend.

De rechtbank oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten, en verklaarde het beroep ongegrond. Appellant ging in hoger beroep en voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld over de termijnoverschrijding. Tijdens de zitting op 26 september 2006 was appellant niet aanwezig, maar het College werd vertegenwoordigd door B. Meilof.

De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank en zag geen aanknopingspunten voor een ander oordeel in het hoger beroep. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door Th.C. van Sloten en uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2006.

Uitspraak

06/798 WWB
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 december 2005, 05/236 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum (hierna: College)
Datum uitspraak: 24 oktober 2006
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 september 2006. Appellant is niet verschenen. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door B. Meilof, werkzaam bij de gemeente Hilversum.
II. OVERWEGINGEN
Voor een overzicht van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. Hij volstaat hier met het volgende.
Bij besluit van 27 oktober 2003 heeft het College de over de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 juli 2003 gemaakte kosten van bijstand van appellant teruggevorderd op grond van artikel 82, aanhef en onder a, van de Algemene bijstandswet.
Bij besluit van 30 november 2004 heeft het College het op 8 oktober 2004 tegen het besluit van 27 oktober 2003 gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 30 november 2004 ongegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank - samengevat - overwogen dat het bezwaarschrift na de daarvoor geldende termijn is ingediend en dat niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd.
De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en de hieraan ten grondslag gelegde overwegingen. In hetgeen in hoger beroep naar voren is gebracht ziet de Raad geen aanknopingspunten voor een ander oordeel.
Uit het vorenstaande vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door Th.C. van Sloten. De beslissing is, in tegenwoordigheid van S.W.H. Peeters als griffier, uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2006.
(get.) Th.C. van Sloten.
(get.) S.W.H. Peeters.