ECLI:NL:CRVB:2006:AY7823
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herberekening van het WAO-dagloon en toeslagen
In deze zaak gaat het om de herberekening van het WAO-dagloon van appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht. Appellant, die laatstelijk werkzaam was bij NedCar B.V. te Born, had in 1999 een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ontvangen, waarbij het dagloon was vastgesteld op f 195,68. In 2001 verzocht appellant om een verhoging van het dagloon, omdat er volgens hem ten onrechte geen rekening was gehouden met verschillende toeslagen, zoals de CAO-toeslag, tintoeslag, vuilwerktoeslag en overuren. Het Uwv heeft in reactie op dit verzoek het eerdere besluit herzien, maar heeft de bezwaren van appellant afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 24 augustus 2006 geoordeeld dat de argumenten van appellant niet kunnen worden meegenomen in de overwegingen, omdat deze niet tijdig zijn aangevoerd. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv in redelijkheid kon besluiten om de reiskostenvergoeding op f 1008,-- te stellen, ondanks het ontbreken van bewijs van daadwerkelijke ontvangst door appellant. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand zijn gelaten. De Raad heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaren en het leveren van bewijs in bestuursrechtelijke procedures. De Raad heeft de stellingen van appellant met betrekking tot de vakantietoeslag en andere toeslagen niet kunnen honoreren, omdat deze niet tijdig zijn ingediend. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de WAO en de beoordeling van toeslagen in het kader van arbeidsongeschiktheid.