ECLI:NL:CRVB:2006:AY7816
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herberekening van het dagloon en toeslagen in het kader van de WAO
In deze zaak gaat het om de herberekening van het dagloon van appellant, die een uitkering ontvangt op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat bij de vaststelling van zijn dagloon ten onrechte geen rekening is gehouden met verschillende toeslagen, waaronder de overwerktoeslag, CAO-toeslag en tintoeslag. Daarnaast betoogt hij dat de vakantietoeslag moet worden bijgeteld over de reiskostenvergoeding voor het buitenland en de pensionkostenvergoeding. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard.
De Raad overweegt dat de herberekening van het dagloon in het verleden heeft plaatsgevonden en dat het Uwv, in het kader van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de bevoegdheid heeft om terug te komen op eerder genomen besluiten. De Raad stelt vast dat appellant in zijn verzoek om herziening niet voldoende heeft aangetoond dat de eerdere besluiten onjuist waren. De Raad benadrukt dat het aan appellant is om bewijs te leveren voor zijn stellingen, en dat nieuwe stellingen die na het besluit op bezwaar worden aangevoerd, niet in aanmerking kunnen worden genomen.
De Raad bevestigt de overwegingen van de rechtbank met betrekking tot de extra reisdagen en concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door G. van der Wiel, in tegenwoordigheid van C.M.T. Kruls als griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 augustus 2006.