ECLI:NL:CRVB:2006:AY7738
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor uitkering op basis van vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1931 te Rotterdam uit een gemengd huwelijk, een aanvraag ingediend bij de Pensioen- en Uitkeringsraad om als vervolgde of gelijkgesteld met een vervolgde in aanmerking te komen voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De aanvraag werd afgewezen op 1 februari 2005, en na bezwaar werd dit besluit gehandhaafd. Verweerster stelde dat appellant geen vervolging had ondergaan, omdat er geen bewijs was van vrijheidsberoving of onderduiken om aan vrijheidsberoving te ontkomen. Appellant voerde aan dat hij, als kind van een joodse moeder, wel degelijk vervolging had te vrezen, en verwees naar de deportatie van zijn familieleden en de omstandigheden waarin hij opgroeide.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 24 augustus 2006 behandeld. Tijdens de zitting op 13 juli 2006 was appellant aanwezig, bijgestaan door zijn adviseur, terwijl verweerster werd vertegenwoordigd door een jurist van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De Raad overwoog dat, volgens de Wet, vervolging elke handeling of maatregel is die tijdens de oorlogsjaren door de bezettende macht werd gericht tegen personen op grond van hun ras, geloof of wereldbeschouwing, en die leidde tot vrijheidsberoving of onderduiken. De Raad concludeerde dat appellant niet in aanmerking kwam voor de status van vervolgde, omdat zijn situatie niet wezenlijk verschilde van die van andere kinderen uit gemengde huwelijken. De Raad oordeelde dat verweerster op goede gronden had besloten dat appellant niet gelijkgesteld kon worden met een vervolgde.
De Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om verweerster te veroordelen in de proceskosten. Deze uitspraak bevestigt de strikte toepassing van de criteria voor het verkrijgen van de status van vervolgde en benadrukt de noodzaak van duidelijke bewijsvoering van vervolging in de context van de Tweede Wereldoorlog.