ECLI:NL:CRVB:2006:AY6554
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit verlenging vergoeding creatieve therapie voor burgeroorlogsslachtoffer
In deze zaak heeft appellant, een burgeroorlogsslachtoffer, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 20 oktober 2005 is genomen. Dit besluit betreft de uitvoering van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Appellant is in 1998 erkend als burgeroorlogsslachtoffer vanwege psychische invaliditeit en heeft eerder vergoedingen ontvangen voor psychotherapie en creatieve therapie. In februari 2002 heeft hij een aanvraag ingediend voor vergoeding van kosten voor teken- en schildermaterialen, welke is goedgekeurd.
De Raad heeft op 29 juni 2006 de zaak behandeld, waarbij appellant niet aanwezig was. Verweerster werd vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke. De Raad oordeelt dat de overwegingen in het besluit van 19 juli 2005, die betrekking hebben op de aanspraken van appellant op creatieve activiteiten na 1 februari 2007, niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen worden aangemerkt. Dit betekent dat er geen rechtsgevolg aan verbonden is en dat het rechtsmiddel van bezwaar niet openstond.
De Raad concludeert dat appellant geen belang heeft bij een inhoudelijk oordeel over de medische noodzaak voor de voorziening, aangezien hij tot 1 februari 2007 aanspraak kan maken op de vergoeding voor creatieve therapie. De Raad oordeelt dat er geen grond is voor vernietiging van het bestreden besluit, waardoor dit in rechte kan standhouden. De uitspraak wordt gedaan door G.L.M.J. Stevens, met J.P. Schieveen als griffier, op 10 augustus 2006.