ECLI:NL:CRVB:2006:AY6542
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 04/6481 BPW. De zaak betreft een niet-ontvankelijkverklaring van het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 24 februari 2005, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van de Raadskamer Wetten Buitengewoon Pensioen van de Pensioen- en Uitkeringsraad niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellant had verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar het verzetschrift werd pas na afloop van de wettelijk gestelde termijn van zes weken ontvangen, namelijk op 10 april 2005. De Raad oordeelde dat de termijnoverschrijding niet kon worden gerechtvaardigd door de door appellant aangevoerde medische redenen, aangezien deze niet voldoende waren onderbouwd met medische gegevens. Appellant had ook niet aangetoond dat hij niet in staat was om tijdig een verzetschrift in te dienen. De Raad concludeerde dat er geen gronden waren om het verzuim te excuseren en verklaarde het verzet derhalve niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door rechter G.L.M.J. Stevens, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.