ECLI:NL:CRVB:2006:AY5561
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- M.C.M. van Laar
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-uitkering en belastbaarheid van betrokkene
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: appellant) tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had eerder het besluit van appellant om betrokkene een WAO-uitkering toe te kennen, vernietigd. Appellant had betrokkene met ingang van 19 februari 2001 een uitkering toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. Betrokkene, die zich niet kon verenigen met deze beoordeling, stelde dat hij in staat was om halve dagen te werken, mits rekening werd gehouden met zijn beperkingen.
Tijdens de zitting op 9 mei 2006 heeft de Raad de orthopedisch chirurg dr. H.J. Mencke als deskundige benoemd om de belastbaarheid van betrokkene te onderzoeken. Dr. Mencke concludeerde dat betrokkene aanzienlijke beperkingen had, die niet adequaat waren vastgelegd door de bezwaarverzekeringsarts. De Raad heeft de deskundige gevolgd in zijn oordeel en vastgesteld dat de schatting van de arbeidsongeschiktheid op een ontoereikende basis was gedaan. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, maar met verbetering van de gronden.
De Raad heeft appellant opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van betrokkene, waarbij rekening moet worden gehouden met de bevindingen van de deskundige. Tevens is appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die zijn begroot op € 322,-. De uitspraak is gedaan op 1 augustus 2006.