ECLI:NL:CRVB:2006:AY5148
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- M. Renden
- Rechtspraak.nl
Overschrijding beroepstermijn en ontvangst aangetekende post
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 11 maart 2005, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht van 15 juli 2003 ongegrond werd verklaard. Het College had eerder, op 30 november 2001, aan appellant medegedeeld dat zijn uitkering ingevolge de Algemene bijstandswet over de periode van 19 mei 1996 tot en met 26 december 1997 op grond van artikel 82 van de Algemene bijstandswet werd teruggevorderd. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het College verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk.
Tijdens de zitting op 17 mei 2006, waar appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, werd het standpunt van appellant dat hij het besluit van 30 november 2001 nooit had ontvangen, besproken. Het College had echter een postregister overgelegd waaruit bleek dat het besluit op de betreffende datum per aangetekende post was verzonden. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de verzending niet aan het juiste adres had plaatsgevonden, en appellant had dit uiteindelijk ook niet meer betwist.
De Raad concludeerde dat de bezwaartermijn was aangevangen op 1 december 2001 en geëindigd op 11 januari 2002. Aangezien appellant zijn bezwaarschrift pas op 1 februari 2002 had ingediend, was de termijn overschreden. De Raad vond geen aanleiding om te concluderen dat er sprake was van verschoonbare termijnoverschrijding. Daarom werd het hoger beroep van appellant afgewezen en werd de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad besloot geen proceskosten te veroordelen.