ECLI:NL:CRVB:2006:AY4239
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- P.J. Stolk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het hoger beroep inzake de vaststelling van premielonen naar het anoniementarief door de looninspecteur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een groothandel en exportbedrijf in snijbloemen, hierna appellante, tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De rechtbank had op 16 februari 2005 het beroep van appellante ongegrond verklaard, nadat de looninspecteur had vastgesteld dat er identiteitsdocumenten ontbraken voor 10 werknemers tijdens een looncontrole op 15 juli 2003. De looninspecteur had de premielonen voor deze werknemers vastgesteld naar het anoniementarief, wat leidde tot correctienota’s van het Uwv voor de jaren 1998 tot en met 2003. Appellante had geprobeerd de ontbrekende identiteitsbewijzen aan te leveren, maar dit was pas na de deadline van de looninspecteur gebeurd.
Tijdens de zitting op 16 maart 2006 werd het onderzoek heropend omdat de Raad van oordeel was dat het onderzoek niet volledig was geweest. De zaak werd doorverwezen naar de meervoudige kamer en op 8 juni 2006 vond een heropend onderzoek plaats, waarbij noch appellante noch het Uwv aanwezig waren. De Raad oordeelde dat het geschil beoordeeld moest worden aan de hand van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) en de relevante bepalingen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet had voldaan aan de verplichtingen van de OSV en dat het verzuim niet achteraf kon worden hersteld. De Raad wees erop dat appellante niet om een hoorzitting had verzocht, wat volgens de geldende bepalingen had gekund. De Raad concludeerde dat de looninspecteur terecht het anoniementarief had toegepast en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.