ECLI:NL:CRVB:2006:AX9299
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- S. Sweep
- Rechtspraak.nl
Toekenning WAO-uitkering na intrekking en overeenstemming over vergoedingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 november 2003, waarin het beroep tegen het bestreden besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellante, vertegenwoordigd door mr. W.J. Sleegers, heeft hoger beroep ingesteld na een nieuwe beslissing op bezwaar van het Uwv op 4 juli 2005. De Raad heeft besloten dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellante niet langer arbeidsongeschikt werd geacht, wat leidde tot de intrekking van haar WAO-uitkering per 1 november 1994. Echter, in de loop van de procedure hebben partijen overeenstemming bereikt over de uitbetaling van de WAO-uitkering op basis van 80-100%, inclusief wettelijke rente en indexering van loonsverhogingen. Dit leidde tot de conclusie dat er geen geschil meer bestond tussen appellante en het Uwv.
De Raad heeft vervolgens geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard wegens verlies aan belang. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.566,-, en dient het Uwv het griffierecht van € 118,- te vergoeden aan appellante. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, met S. Sweep als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 juni 2006.