ECLI:NL:CRVB:2006:AX8473
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake premieloon en loondagen bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem. De rechtbank had eerder een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vernietigd, omdat er onvoldoende specificatie was van de berekening van het aantal niet verantwoorde loondagen. Het Uwv had vervolgens een nieuw besluit genomen, maar dit werd door de rechtbank in de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat het Uwv bij de schatting van het premieloon rekening had moeten houden met het maximaal aantal loondagen van 261 per jaar.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv het premieloon heeft geschat op basis van de openingsdagen en -tijden van appellante en de personele bezetting per dienst. Het aantal werknemers dat door appellante is ingezet, kon niet worden vastgesteld op basis van de administratie en getuigenverklaringen. De Raad oordeelt dat het Uwv bij zijn schatting geen rekening had kunnen houden met de maximering van loondagen, omdat appellante verzuimd heeft een betrouwbare administratie te voeren. Hierdoor is het risico van een nadelige schatting voor rekening van appellante gekomen.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak, waarbij het hoger beroep van appellante niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 15 juni 2006.