ECLI:NL:CRVB:2006:AX8472
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vaststelling premieloon en correctienota's
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 23 juni 2005, waarin het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om een correctienota over de periode van 1 april 2000 tot en met 31 december 2000 in stand te houden, werd vernietigd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende specificatie was van de berekening van het aantal niet verantwoorde loondagen. Het Uwv werd opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen. In reactie hierop heeft het Uwv op 6 oktober 2004 een nieuw besluit genomen, waarbij het bezwaar tegen de correctienota ongegrond werd verklaard en de nota werd gehandhaafd.
Appellante ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep tegen het besluit van 6 oktober 2004 ongegrond werd verklaard. In hoger beroep voerde appellante aan dat het Uwv bij de schatting van het premieloon rekening had moeten houden met het maximaal aantal loondagen van 261 per jaar. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat het Uwv het premieloon had geschat op basis van de openingsdagen en -tijden van appellante en de personele bezetting per dienst. De Raad concludeerde dat het Uwv bij zijn schatting geen rekening had kunnen houden met de maximering van loondagen, omdat appellante verzuimd had een betrouwbare administratie te voeren.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij het hoger beroep van appellante niet slaagde. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 15 juni 2006 door de Centrale Raad van Beroep, met B.J. van der Net als voorzitter en G. van der Wiel en L.J.A. Damen als leden.