ECLI:NL:CRVB:2006:AX8370
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem inzake WAO-schatting en dagloonvaststelling
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 16 augustus 2004, waarin zijn beroep tegen het besluit van 14 januari 2004 ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 23 februari 2006, waarbij appellant in persoon verscheen, bijgestaan door R. van der Veen, en gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. P. Nicolai van het Uwv. De rechtbank had geoordeeld dat er sprake was van nieuw gebleken feiten met betrekking tot de dagloonvaststelling, maar dat deze niet voldoende waren om de oorspronkelijke vaststelling te herzien. Appellant heeft in hoger beroep dit oordeel bestreden.
De Raad overweegt dat een bestuursorgaan bevoegd is om van een eerder besluit terug te komen en de oorspronkelijke beslissing te heroverwegen. Echter, als het bestuursorgaan besluit de eerdere beslissing te handhaven, kan dit niet leiden tot een toetsing alsof het een oorspronkelijk besluit betreft. De Raad stelt vast dat appellant geen juridisch relevante nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die de hoogte van het maatmanloon en het dagloon zouden kunnen beïnvloeden. De Raad bevestigt dat de dagloonvaststelling in overeenstemming is met de regelgeving en dat gedaagde terecht het verzoek van appellant heeft afgewezen.
De Raad concludeert dat de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen, dient te worden bevestigd. De Raad merkt op dat de vaststelling van het dagloon per 15 juni 1998 en per 16 september 2001 correct is uitgevoerd en dat appellant niet te kort is gedaan. De uitspraak van de rechtbank blijft derhalve in stand, en de Raad bevestigt de eerdere beslissingen van gedaagde.