ECLI:NL:CRVB:2006:AX5374

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/3952 WWB + 05/4756 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekken hoger beroep door gemeente Amsterdam

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep, dat was ingesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: appellant) tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. Appellant heeft op 31 oktober 2005 het hoger beroep ingetrokken. Vervolgens heeft mr. A.M. van den Hurk, advocaat te Amsterdam, namens de betrokkene verzocht om appellant te veroordelen in de proceskosten die betrokkene heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. Appellant heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is met toestemming van partijen achterwege gelaten.

De Raad heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 21a van de Beroepswet, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het hoger beroep door het bestuursorgaan wordt ingetrokken. De Raad heeft geoordeeld dat appellant in dit geval in de proceskosten van betrokkene moet worden veroordeeld, omdat het hoger beroep is ingetrokken. De kosten zijn begroot op € 322,--, te betalen door de gemeente Amsterdam aan de griffier van de Raad.

De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 mei 2006.

Uitspraak

05/3952 WWB
05/4756 WWB
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 21a van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam
(hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 4 mei 2005, 05/1002 en 05/1004 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
[betrokkene], wonende te [woonplaats] (hierna: betrokkene),
en
appellant
Datum uitspraak: 24 mei 2006
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Bij brief van 31 oktober 2005 heeft appellant het hoger beroep ingetrokken.
Bij brief van 13 december 2005 heeft mr. A.M. van den Hurk, advocaat te Amsterdam, namens betrokkene aan de Raad verzocht appellant te veroordelen in de proceskosten.
Appellant heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
II. OVERWEGINGEN
Artikel 21a, eerste lid, eerste volzin, van de Beroepswet bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht kan worden veroordeeld in de kosten.
De Raad stelt vast dat appellant het hoger beroep heeft ingetrokken en dat namens betrokkene een verzoek om veroordeling van appellant in de proceskosten van betrokkene is gedaan.
De Raad ziet aanleiding om appellant te veroordelen in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.
De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 322,--.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 322,--, te betalen door de gemeente Amsterdam aan de griffier van de Raad.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier, uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2006.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) T. Hemelrijk-van den Oudenalder.
BKH 220506