ECLI:NL:CRVB:2006:AX1610
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag WUBO-uitkering door de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad
In deze zaak heeft appellante, geboren op 4 november 1947 in het voormalige Nederlands-Indië, een herhaalde aanvraag ingediend voor een WUBO-uitkering, welke is afgewezen door de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De aanvraag was gebaseerd op gezondheidsklachten die appellante in verband brengt met haar ervaringen tijdens de Bersiap-periode, waaronder beschietingen en het moeten vluchten. De Raad heeft de zaak behandeld na een beroep dat was ingesteld tegen een eerder besluit van verweerster, dat op 29 juni 2005 was genomen. Tijdens de zitting op 30 maart 2006 was appellante niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door A.T.M. Vroom-van Berckel.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 11 mei 2006 geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. De Raad concludeerde dat appellante niet voldoende nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. De Raad benadrukte dat de eigen verklaring van appellante, zonder objectieve gegevens ter ondersteuning, onvoldoende was om de gestelde gebeurtenissen als vaststaand te aanvaarden. De Raad merkte op dat de algemene oorlogsomstandigheden niet kunnen worden aangemerkt als specifieke handelingen of maatregelen in de zin van de Wet.
De Raad heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht om verweerster te veroordelen in de proceskosten. Deze uitspraak bevestigt de terughoudende toetsing die de Raad hanteert bij verzoeken om herziening van besluiten, waarbij de discretionaire bevoegdheid van verweerster centraal staat.