ECLI:NL:CRVB:2006:AW6639
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C.M. van Laar
- Rechtspraak.nl
Toekenning van WAO-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die op 20 januari 2004 een eerder besluit van het Uwv heeft bekrachtigd. Appellant, die als fulltime touringcarchauffeur werkte, meldde zich op 30 juli 2001 ziek vanwege angineuze hartklachten, diabetes en andere gezondheidsproblemen. Na een triple bypass operatie in november 2001, heeft de verzekeringsarts vastgesteld dat appellant beperkt is in zijn belastbaarheid. De arbeidsdeskundige heeft op basis van medisch onderzoek en de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) vastgesteld dat appellant ongeschikt is voor zijn eigen werk, maar dat er wel andere functies zijn waarin hij kan werken, met een verlies aan verdiencapaciteit van 35 tot 45%.
Het Uwv heeft het bezwaar van appellant tegen de toekenning van de WAO-uitkering ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat er voldoende medische gegevens zijn om de functionele mogelijkheden van appellant vast te stellen en dat de indeling in de klasse van 35 tot 45% correct is. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat onvoldoende rekening is gehouden met zijn medische beperkingen, vooral met betrekking tot zijn hartproblemen. De bezwaarverzekeringsarts heeft echter bevestigd dat de functies die aan de schatting ten grondslag liggen, geen ontoelaatbare overschrijdingen vertonen van de belastbaarheid van appellant.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de medische grondslag van het bestreden besluit juist is. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een onafhankelijk deskundigenonderzoek en concludeert dat de belasting van de functies aanvaardbaar is. De Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend.