ECLI:NL:CRVB:2006:AW4864
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding griffierecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 30 maart 2006 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Karkache. Het verzoek was gericht tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 21 december 2005. Verzoeker had hoger beroep ingesteld en verzocht om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een griffierecht van € 103,-- verschuldigd was, dat binnen twee weken na de datum van de aanmaning voldaan diende te worden. Ondanks herhaalde aanmaningen, waaronder een aangetekende brief op 2 maart 2006, is het griffierecht niet tijdig voldaan. De voorzieningenrechter heeft in overeenstemming met artikel 8:83, derde lid, van de Awb geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift schriftelijk verzet te doen.