ECLI:NL:CRVB:2006:AW2814
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J.W. Schuttel
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering en intrekking van voorschot op basis van belastbaarheidspatroon
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank 's-Gravenhage. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die hem een WAO-uitkering hadden geweigerd en een eerder verleend voorschot op die uitkering hadden ingetrokken. De Raad overwoog dat de medische gegevens, waaronder rapporten van de verzekeringsartsen, voldoende basis boden voor de vaststelling van appellants belastbaarheidspatroon. Appellant had aangevoerd dat zijn epilepsie hem belemmerde in het werken met machines, maar de Raad oordeelde dat de mate van epilepsie niet in de weg stond aan de voorgehouden functies. De Raad verwierp ook de grief van appellant dat het bestreden besluit buiten de wettelijke termijn was genomen, omdat deze te laat was ingediend. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De Raad concludeerde dat de aan appellant voorgehouden functies binnen de grenzen van zijn belastbaarheid lagen en dat de intrekking van het voorschot op de WAO-uitkering terecht was.