ECLI:NL:CRVB:2006:AW1580
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van een onaantastbaar besluit inzake arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De appellant, wonende in Marokko, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om terug te komen van een eerder besluit werd afgewezen. Dit eerdere besluit, genomen op 25 september 1995, was onaantastbaar geworden en betrof de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van de appellant. De appellant stelde dat zijn gezondheidstoestand sinds 1992 was verslechterd en dat er nieuwe medische gegevens waren die deze verslechtering onderbouwden.
De Raad overwoog dat de gedaagde, het Uwv, terecht had geweigerd om terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die deze weigering konden rechtvaardigen. De medische stukken die de appellant had overgelegd, werden door de Raad als onvoldoende beschouwd, omdat ze niet betrekking hadden op de relevante periode en geen nieuwe informatie bevatten die de eerdere beoordeling kon ondermijnen. De Raad bevestigde dat de toetsing van de weigering om terug te komen van een eerder besluit terughoudend dient te zijn, en dat de gedaagde in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik had kunnen maken.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om de gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 31 maart 2006, waarbij de Raad zich baseerde op de feiten en omstandigheden die in eerdere uitspraken waren vastgesteld. De Raad concludeerde dat de appellant niet kon aantonen dat hij gedurende de relevante periode arbeidsongeschikt was, en dat de eerdere besluiten op goede gronden berustten.