ECLI:NL:CRVB:2006:AV3954
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.Th. Wolleswinkel
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk ontslag van ambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim en belastingontduiking
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin het beroep ongegrond werd verklaard. De appellant, een ambtenaar, was geconfronteerd met onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim, specifiek belastingontduiking. Dit volgde op een onderzoek door de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD), waaruit bleek dat de appellant betrokken was bij een vals verzoek om teruggave van dividendbelasting ter waarde van € 3.343.697,85. Na de mededeling van het voornemen tot ontslag, werd de appellant geschorst met inhouding van zijn bezoldiging.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij het bezwaar van de appellant ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelde dat de onderzoeksresultaten van de FIOD voldoende aanwijzingen gaven voor de betrokkenheid van de appellant bij het valse verzoek. De rechtbank had eerder de appellant ook veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden voor zijn rol in de belastingontduiking. De Raad concludeerde dat de door de appellant erkende belastingontduiking en de schending van de geheimhoudingsplicht als ernstig plichtsverzuim moesten worden aangemerkt, en dat de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter in stand kon blijven.
De Raad zag geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling werd uitgesproken. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 maart 2006.