ECLI:NL:CRVB:2006:AV1076
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- T.S.G. Staal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens termijnoverschrijding griffierecht
In deze zaak heeft opposante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem van 2 december 2004, waarin haar verzoek werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep verklaarde op 24 augustus 2005 het hoger beroep niet-ontvankelijk omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. Opposante kwam in verzet tegen deze uitspraak, waarbij zij aanvoerde dat haar financiële situatie het niet mogelijk maakte om het griffierecht binnen de gestelde termijn te voldoen. De Raad heeft de zaak behandeld op 23 december 2005, maar beide partijen waren niet vertegenwoordigd.
De Raad heeft in zijn motivering vastgesteld dat opposante voldoende op de verplichting tot betaling van het griffierecht is gewezen en dat zij voldoende tijd heeft gehad om aan deze verplichting te voldoen. De argumenten van opposante werden als onvoldoende geacht om te concluderen dat zij niet in verzuim was. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid biedt om griffierechten te compenseren in bijzondere situaties.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard, waarmee de eerdere uitspraak van 24 augustus 2005 in stand bleef. De beslissing werd uitgesproken door mr. T.L. de Vries als voorzitter, met T.S.G. Staal als griffier, op 3 februari 2006.