ECLI:NL:CRVB:2005:AU8205
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Beslissing zonder hoorzitting op bezwaar in sociale zekerheidsrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over een beslissing van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft een bezwaar van gedaagde tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 16 september 2003, waarbij gedaagde hoofdelijk aansprakelijk werd gesteld voor onbetaalde premies. De rechtbank had geoordeeld dat het Uwv ten onrechte zonder hoorzitting op het bezwaar van gedaagde had beslist. Gedaagde had in zijn bezwaarschrift aangegeven dat hij, indien nodig, zijn bezwaren persoonlijk wilde toelichten, maar de rechtbank vond dat dit niet voldoende was om aan te nemen dat gedaagde geen hoorzitting wenste. De Centrale Raad van Beroep heeft deze conclusie van de rechtbank niet gevolgd. De Raad oordeelde dat op grond van artikel 18a van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) het Uwv alleen verplicht was gedaagde te horen als hij daar expliciet om vroeg. De Raad concludeerde dat gedaagde niet duidelijk had gemaakt dat hij gehoord wilde worden, en dat de bijlage bij het primaire besluit voldoende duidelijk was. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie in bezwaarprocedures en de voorwaarden waaronder een hoorzitting moet worden gehouden.