ECLI:NL:CRVB:2005:AU8145
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak inzake het militair invaliditeitspensioen en invaliditeitspercentage
In deze zaak heeft appellant, wonende in Australië, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Defensie ongegrond werd verklaard. Het besluit betrof de vaststelling van het militair invaliditeitspensioen, waarbij de Staatssecretaris had besloten om geen hoger invaliditeitspercentage toe te kennen voor de schouderaandoening van appellant dan de eerder toegekende 10%. Dit besluit was gebaseerd op een militair geneeskundig onderzoek, waaruit bleek dat er geen toename was van de beperkingen die voortvloeiden uit de schouderaandoening. De rechtbank oordeelde dat de resultaten van het onderzoek en de medische verklaringen van appellant onvoldoende bewijs boden voor een toename van beperkingen.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het toegekende invaliditeitspercentage niet recht doet aan de pijn en hinder die hij ervaart door zijn schouderaandoening, vooral gezien zijn inzet als militair. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 20 oktober 2005, waarbij appellant niet aanwezig was, maar gedaagde vertegenwoordigd was door P.J. Consten van de Stichting Pensioenfonds ABP. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, waarbij werd opgemerkt dat de medische gegevens geen toename van beperkingen aantoonden. De Raad heeft ook geen termen gezien om proceskosten te vergoeden, zoals bepaald in de Algemene wet bestuursrecht.
De uitspraak benadrukt dat de vaststelling van invaliditeitspercentages gebaseerd is op objectieve medische gegevens en dat subjectieve bevindingen van de betrokkene of zijn staat van dienst geen rol spelen in deze beoordeling. De Raad heeft zich volledig kunnen verenigen met de overwegingen van de rechtbank en heeft de uitspraak bevestigd.