ECLI:NL:CRVB:2005:AU7423
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Herziening van de grondslag van de periodieke uitkering voor weduwe van vervolgingsslachtoffer
In deze zaak heeft eiseres, de weduwe van een vervolgingsslachtoffer, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres verzocht om herziening van de grondslag van de periodieke uitkering die aan haar overleden echtgenoot was toegekend. De zaak is behandeld op 27 oktober 2005, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde M.W. Arts en de verweerster door J.J.G.A. Theelen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 november 2005 uitspraak gedaan.
De achtergrond van de zaak betreft de toekenning van een periodieke uitkering aan de overleden echtgenoot van eiseres, die als gevolg van vervolging ernstige psychische klachten had. De uitkering was oorspronkelijk vastgesteld op het wettelijk minimum, omdat er geen financiële gegevens beschikbaar waren over de bedrijfsvoering van de betrokkene. Eiseres heeft na het overlijden van haar echtgenoot verzocht om de grondslag van de uitkering te herzien, met argumenten en bewijsstukken die de financiële situatie van haar echtgenoot zouden onderbouwen.
De Raad heeft overwogen dat de bevoegdheid tot herziening discretionair is en dat er nieuwe feiten of omstandigheden moeten zijn die niet eerder bekend waren. De Raad concludeerde dat de door eiseres overgelegde gegevens onvoldoende inzicht gaven in de daadwerkelijk door haar echtgenoot verworven inkomsten. Ondanks de overtuiging dat de betrokkene een succesvolle zakenman was, was er geen bewijs dat de grondslag van de uitkering op een hoger bedrag dan het minimum moest worden vastgesteld.
Daarom heeft de Raad het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht om verweerster te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. C.G. Kasdorp als voorzitter.