ECLI:NL:CRVB:2005:AU6616

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/797 WW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • T. Hoogenboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke herzieningszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 04/797 WW. Het betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 17 maart 1998, ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door G. Essers van FNV-Eures. De verzoeker heeft op 29 december 2003 verzocht om herziening, maar heeft dit verzoek op 18 april 2005 ingetrokken, omdat gedaagde, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, aan de verzoeker tegemoet is gekomen. Gedaagde heeft geen verweerschrift ingediend en beide partijen hebben schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn motivering aangegeven dat, nu het verzoek is ingetrokken, er aanleiding is om gedaagde te veroordelen in de proceskosten van de verzoeker. De kosten van de verleende rechtsbijstand zijn begroot op € 322,--, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. T. Hoogenboom, in aanwezigheid van griffier R.E. Koerts, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R
04/797 WW
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht inzake de kosten van het geding tussen:
[verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedaagde.
I. INLEIDING
Bij schrijven van 29 december 2003 heeft G. Essers, werkzaam bij FNV-Eures, namens verzoeker bij de Raad verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 17 maart 1998, registratienummer AWB 96/10758 WW.
Bij schrijven van 18 april 2005 heeft gemachtigde van verzoeker het door hem ingestelde verzoek ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht gedaagde in de proceskosten te veroordelen.
Gedaagde heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Elk der partijen heeft, desgevraagd, schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting.
II. MOTIVERING
Nu het verzoek is ingetrokken omdat gedaagde aan verzoeker is tegemoet gekomen, is er aanleiding om gedaagde met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht te veroordelen in de kosten van verleende rechtsbijstand van verzoeker, welke met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht ten aanzien van het geding zijn begroot op € 322,--.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Veroordeelt gedaagde in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag groot € 322,--, te betalen door Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Aldus gegeven door mr. T. Hoogenboom in tegenwoordigheid van R.E. Koerts als griffier en uitgesproken in het openbaar op 23 november 2005.
(get.) T. Hoogenboom.
(get.) R.E. Koerts.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.