ECLI:NL:CRVB:2005:AU5112
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- C.D.A. Bos
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-pensioen door niet-verzekering en terugwerkende kracht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin een korting van 72% op haar AOW-pensioen werd opgelegd omdat zij gedurende een bepaalde periode niet verzekerd was geweest. Appellante had op 5 juni 2002 opnieuw een AOW-pensioen aangevraagd, en bij besluit van 5 juli 2002 was haar een pensioen toegekend met ingang van juni 2001, maar met een aanzienlijke korting. Appellante stelde dat zij recht had op een terugwerkende kracht van langer dan één jaar, omdat zij in het verleden verkeerde informatie had ontvangen van de Sociale verzekeringsbank over haar recht op AOW.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 16 september 2005, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de Sociale verzekeringsbank werd vertegenwoordigd door mr. K.C.M. van Engelenhoven. De Raad oordeelde dat de Sociale verzekeringsbank bij een nieuw besluit op 9 september 2005 de ingangsdatum van het pensioen van appellante had vastgesteld op 1 juli 1999, maar dat dit besluit niet met de meest gunstige terugwerkende kracht was genomen. De Raad concludeerde dat de Sociale verzekeringsbank nalatig was geweest in het betalen van de uitkering over de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 mei 2001.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van de Sociale verzekeringsbank, en droeg de gedaagde op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Sociale verzekeringsbank veroordeeld tot schadevergoeding aan appellante, inclusief wettelijke rente, en tot vergoeding van de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. T.L. de Vries, met C.D.A. Bos als griffier, op 21 oktober 2005.