ECLI:NL:CRVB:2005:AU3496
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Herziening AOW-pensioen naar ongehuwden grondslag en duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om de herziening van de AOW-pensioenen van appellanten, die door de Sociale verzekeringsbank (SVB) zijn aangemerkt als duurzaam gescheiden levend. De SVB heeft op 31 oktober 2003 besluiten genomen waarbij de AOW-aanspraken van appellanten zijn herzien, met als gevolg dat zij vanaf 1 januari 2002 als ongehuwden worden behandeld. Dit leidde tot een aanzienlijke verhoging van de eigen bijdrage voor de AWBZ voor appellant, van € 445,- naar € 1.516,-. Appellanten hebben hiertegen bezwaar aangetekend, maar de SVB verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank Alkmaar heeft de beroepen van appellanten tegen de besluiten van de SVB op 17 augustus 2004 eveneens ongegrond verklaard.
Namens appellanten heeft mr. R. Kiewitt, advocaat te Alkmaar, hoger beroep ingesteld. De SVB heeft in een brief van 16 juni 2005 laten weten de bestreden besluiten niet langer te handhaven, wat betekent dat zij de bezwaren van appellanten in overweging neemt. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 24 juni 2005 behandeld, maar partijen zijn niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten en de uitspraak van de rechtbank niet rechtens kunnen standhouden.
De Raad heeft geoordeeld dat de SVB opnieuw moet beslissen op de bezwaarschriften van appellanten, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is de SVB veroordeeld in de proceskosten van appellanten, die zijn begroot op € 644,-, en moet de SVB het betaalde griffierecht van € 164,- vergoeden aan appellanten. De uitspraak is gedaan op 16 september 2005 door de Centrale Raad van Beroep, met H. van Leeuwen als voorzitter en T.L. de Vries en H.J. Simon als leden.