ECLI:NL:CRVB:2005:AU3152
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluit inzake uitkeringen voor vervolgingsslachtoffers
In deze zaak heeft eiseres, wonende in Brazilië, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij haar bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit besluit was gedateerd op 19 maart 2004 en betrof de vaststelling van het vermogen dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van haar periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 11 augustus 2005, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar verweerster vertegenwoordigd was door J.A. Groeneveld.
De Raad heeft zich in deze uitspraak gericht op de vraag of het bestreden besluit terecht en op goede gronden het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad concludeert dat er geen nieuw of nader besluit is genomen met betrekking tot het in aanmerking te nemen vermogen, de gehanteerde kortingen en het teveel uitgekeerde bedrag. De Raad heeft vastgesteld dat de berekeningsbeschikking van 31 augustus 2003 geen nieuw besluit bevatte dat op rechtsgevolg gericht was, zoals vereist door artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft verder overwogen dat de in de berekeningsbeschikking opgenomen bedragen voortvloeien uit eerder vastgestelde gegevens en dat de post 'diversen' slechts een pro forma bedrag was, aangezien eiseres niet de benodigde inkomensgegevens had overgelegd. De Raad heeft uiteindelijk besloten het beroep ongegrond te verklaren, zonder termen aanwezig te achten voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp als voorzitter en mr. G.L.M.J. Stevens en mr. A.W.M. Bijloos als leden, met mr. A.D. van Dissel-Singhal als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 22 september 2005.