ECLI:NL:CRVB:2005:AU3148
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WUBO-uitkering op basis van gezondheidsklachten door gebeurtenissen tijdens de Japanse bezetting en Bersiap-periode
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiseres, die een aanvraag had ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van gezondheidsklachten, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, die de aanvraag had afgewezen. Eiseres, geboren in 1936 in het voormalige Nederlands-Indië, stelde dat haar gezondheidsklachten het gevolg waren van gebeurtenissen tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende Bersiap-periode. De Raad heeft vastgesteld dat de aanvraag op 5 juli 2002 was afgewezen omdat onvoldoende was aangetoond dat eiseres was getroffen door oorlogsgeweld zoals bedoeld in de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO). Na herbeoordeling van de aanvraag op 21 februari 2003 werd erkend dat eiseres getroffen was door oorlogsgeweld, maar de aanvraag werd afgewezen omdat niet was aangetoond dat er sprake was van blijvende invaliditeit als gevolg van deze gebeurtenissen.
De Raad overwoog dat voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer niet alleen de aanwezigheid van oorlogsgeweld van belang is, maar ook de directe relatie tussen dat geweld en het letsel van de betrokkene. De medische gegevens toonden aan dat de psychische klachten van eiseres niet specifiek waren ontstaan door de internering in het Pekato-kamp, maar eerder het gevolg waren van een combinatie van omstandigheden tijdens de Japanse bezetting en de Bersiap-periode. De Raad concludeerde dat de klachten van eiseres niet voldeden aan de eisen van de Wet, die vereist dat er sprake is van lichamelijk of psychisch letsel dat leidt tot blijvende invaliditeit.
Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit. De Raad achtte het besluit van de verweerster deugdelijk voorbereid en gemotiveerd, en er waren geen redenen om te twijfelen aan de juistheid van het standpunt van de verweerster, dat er geen causaal verband was tussen de gezondheidsklachten van eiseres en de oorlogsgebeurtenissen.