ECLI:NL:CRVB:2005:AU2907
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van tegemoetkoming krachtens de Zvoo-regeling en de betekenis van inkomsten bij loonbeslag op pensioen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die op 11 november 2004 een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand heeft gelaten. De zaak betreft de vaststelling van een tegemoetkoming op grond van de Zvoo-regeling, die betrekking heeft op ziektekostenvoorzieningen voor onderwijs- en onderzoekpersoneel. Appellant ontving een tegemoetkoming van € 700,29, maar was van mening dat het bedrag dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van deze tegemoetkoming, onjuist was, omdat er een loonbeslag op zijn pensioen was gelegd. De rechtbank oordeelde dat de minister de inkomsten van appellant correct had vastgesteld, maar appellant was het daar niet mee eens.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 15 september 2005 behandeld. De Raad heeft vastgesteld dat de minister bij de berekening van de tegemoetkoming het bruto ABP-pensioen van appellant correct in aanmerking heeft genomen, zonder rekening te houden met het loonbeslag. De Raad oordeelde dat de Zvoo-regeling bepaalt dat alle inkomsten uit of in verband met arbeid, inclusief pensioenen, moeten worden meegerekend. Appellant's argument dat het niet ontvangen bedrag door het loonbeslag in mindering zou moeten worden gebracht, werd verworpen. De Raad concludeerde dat de minister de wet correct had toegepast en dat de door appellant aangevoerde onbillijkheid van de regeling niet kon leiden tot een andere uitkomst.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de Zvoo-regeling en de definitie van inkomsten in het kader van de regeling, waarbij het belang van de wetgeving en de interpretatie daarvan centraal staat.